Uren heb ik geslapen als ik wakker wordt en Harriët zie rondscharrelen. Zijn ze me vergeten te wekken?! Nee, ik blijk ruim een uur geslapen te hebben. Een korte nacht, maar een wereld van verschil: ik voel me weer redelijk fris. Op zoek naar koffie en dan volgt een kort overleg. Een aantal van de mensen van de verzorging zouden ook wel graag een etappe mee willen op de fiets. Omdat de bus maar op twee plekken nog bij het parcours mag voor een wissel moeten de lopers ook fietsen. Er is dus geen ruimte voor extra mensen. Dit zou dan dus betekenen dat wij als fietsers de laatste dag dus langs de zijlijn zouden staan tot de aankomst in Rotterdam. Sterker nog: van onze drie fietsers kunnen er maar twee mee met iedere etappe.
Moeilijke beslissing. Aan de ene kant gunnen we het de mensen die zich al twee dagen hebben uitgesloofd om ons te voorzien van ons natje en droogje enorm om ook mee te delen in de ervaring. Het moet toch raar zijn om steeds hard te werken, maar vrijwel niets van het evenement zelf mee te maken. Aan de andere kant: het zijn onze lopers, we zijn samen team B en hebben samen al zo hard ons best gedaan, dan wil je ook niet zomaar voor het einde uitstappen... Uiteindelijk besluit ik dit maar uit te spreken, hoe jammer ik het ook vind. Dan de volgende beslissing: wie gaan mee op de volgende etappe en wie doen de laatste etappe? De eerste is makkelijk: Gert wil graag nog wat langer slapen, dus Petra en ik mogen ons klaarmaken. Intussen verschijnen ook de lopers weer. De bus in en weer gaan!We nemen het weer over van team A in Steenbergen en beginnen met wat eigenlijk de leukste etappe was. Iedereen op de fiets, de mand aan het stuur en de rugzak vol drinken en om de zeven minuten een loper wisselen. Zeeland is prachtig, de zon schijnt en de lopers gaan weer als een speer. Kortom het is genieten. We zijn in Nederland, dus er waait ook een windje, zodat het zaak is de loper zo goed mogelijk uit de wind te houden. Doordat iedereen op de fiets zit is er meer interactie met de lopers en het is gewoon supergezellig. Intussen vreten we het ene na het andere team op. Dan na 25 kilometer de wissel.
Bij team A is Bram intussen helaas uitgevallen met een knieblessure. Wat nu te doen? Er wordt besloten dat Ron doorgaat met team A, zodat ze gewoon met vier lopers door kunnen. De rest stapt in de bus op weg naar de laatste wisselplaats. Daar wachten we in het zonnetje. Wie gaat naar Rotterdam fietsen? Gert in ieder geval, maar wie gaat er mee. Ik wil heel graag, maar Petra natuurlijk ook. Met enige spijt gun ik Petra de laatste etappe en ga met Nadine en Bart in de bus naar Rotterdam. Gek om na drie dagen opeens zonder team in de bus te zitten en de teams te zien lopen en fietsen. Een industrieterrein in Schiedam is als parkeerterrein voor de RopaRun-caravaan bestemd. Vandaar gaan we met de metro naar de Coolsingel. Hierbij blijkt al snel dat de OV-chipkaartpoortjes niet geschikt zijn voor de verwerking van honderden mensen in één keer.
Op de Coolsingel hoeven we niet lang te wachten op ons team. We stappen met een groot spandoek in het instapvak en hollen de laatste honderd meter samen, toegejuicht door duizenden mensen, richting de finish, waar ieder een roos krijgt. Het zit erop.De vermoeidheid slaat nu echt toe: de adrenaline begint op te raken. Nog even samen iets drinken, medailles, lofwoorden voor Marije en Bart die dit geweldige avontuur hebben georganiseerd. En dan langzaamaan naar huis.
Onderweg begint ook het besef binnen te komen waar we het allemaal voor doen: de kankerpatiënten waar we geld voor inzamelen. Tot dat moment was het vooral gezellig, leuk en een uitdaging, maar begin ik ook de serieuze kant duidelijk te voelen. Ik denk aan mijn vorig jaar overleden oom en realiseer me dat waarschijnlijk iedereen het doel van de RopaRun wel zo persoonlijk kan relateren. Ik denk ook aan onze HEC-collega Nelleke die ik pas nog over de -toen nog aanstaande- RopaRun sprak. Dat maakt het weekend en de hele onderneming nog bijzonderder. Dit gevoel wordt de volgende dagen alleen maar sterker als de mails vol enthousiasme en waardering heen en weer gaan: het was een heel mooie en bijzondere ervaring. Ik wil zeker nog wel een keer meedoen, maar dan eigenlijk wel als loper! ;-)
Update:
Zie hier het verslag van de eerste dag van Jan Fokke en hier het verslag van Petra.
Moeilijke beslissing. Aan de ene kant gunnen we het de mensen die zich al twee dagen hebben uitgesloofd om ons te voorzien van ons natje en droogje enorm om ook mee te delen in de ervaring. Het moet toch raar zijn om steeds hard te werken, maar vrijwel niets van het evenement zelf mee te maken. Aan de andere kant: het zijn onze lopers, we zijn samen team B en hebben samen al zo hard ons best gedaan, dan wil je ook niet zomaar voor het einde uitstappen... Uiteindelijk besluit ik dit maar uit te spreken, hoe jammer ik het ook vind. Dan de volgende beslissing: wie gaan mee op de volgende etappe en wie doen de laatste etappe? De eerste is makkelijk: Gert wil graag nog wat langer slapen, dus Petra en ik mogen ons klaarmaken. Intussen verschijnen ook de lopers weer. De bus in en weer gaan!We nemen het weer over van team A in Steenbergen en beginnen met wat eigenlijk de leukste etappe was. Iedereen op de fiets, de mand aan het stuur en de rugzak vol drinken en om de zeven minuten een loper wisselen. Zeeland is prachtig, de zon schijnt en de lopers gaan weer als een speer. Kortom het is genieten. We zijn in Nederland, dus er waait ook een windje, zodat het zaak is de loper zo goed mogelijk uit de wind te houden. Doordat iedereen op de fiets zit is er meer interactie met de lopers en het is gewoon supergezellig. Intussen vreten we het ene na het andere team op. Dan na 25 kilometer de wissel.
Bij team A is Bram intussen helaas uitgevallen met een knieblessure. Wat nu te doen? Er wordt besloten dat Ron doorgaat met team A, zodat ze gewoon met vier lopers door kunnen. De rest stapt in de bus op weg naar de laatste wisselplaats. Daar wachten we in het zonnetje. Wie gaat naar Rotterdam fietsen? Gert in ieder geval, maar wie gaat er mee. Ik wil heel graag, maar Petra natuurlijk ook. Met enige spijt gun ik Petra de laatste etappe en ga met Nadine en Bart in de bus naar Rotterdam. Gek om na drie dagen opeens zonder team in de bus te zitten en de teams te zien lopen en fietsen. Een industrieterrein in Schiedam is als parkeerterrein voor de RopaRun-caravaan bestemd. Vandaar gaan we met de metro naar de Coolsingel. Hierbij blijkt al snel dat de OV-chipkaartpoortjes niet geschikt zijn voor de verwerking van honderden mensen in één keer.
Op de Coolsingel hoeven we niet lang te wachten op ons team. We stappen met een groot spandoek in het instapvak en hollen de laatste honderd meter samen, toegejuicht door duizenden mensen, richting de finish, waar ieder een roos krijgt. Het zit erop.De vermoeidheid slaat nu echt toe: de adrenaline begint op te raken. Nog even samen iets drinken, medailles, lofwoorden voor Marije en Bart die dit geweldige avontuur hebben georganiseerd. En dan langzaamaan naar huis.
Onderweg begint ook het besef binnen te komen waar we het allemaal voor doen: de kankerpatiënten waar we geld voor inzamelen. Tot dat moment was het vooral gezellig, leuk en een uitdaging, maar begin ik ook de serieuze kant duidelijk te voelen. Ik denk aan mijn vorig jaar overleden oom en realiseer me dat waarschijnlijk iedereen het doel van de RopaRun wel zo persoonlijk kan relateren. Ik denk ook aan onze HEC-collega Nelleke die ik pas nog over de -toen nog aanstaande- RopaRun sprak. Dat maakt het weekend en de hele onderneming nog bijzonderder. Dit gevoel wordt de volgende dagen alleen maar sterker als de mails vol enthousiasme en waardering heen en weer gaan: het was een heel mooie en bijzondere ervaring. Ik wil zeker nog wel een keer meedoen, maar dan eigenlijk wel als loper! ;-)
Update:
Zie hier het verslag van de eerste dag van Jan Fokke en hier het verslag van Petra.
1 opmerking:
En ik ben je er nog steeds dankbaar voor hoor ;-)
(en ik heb ook een stukje op mijn blog staan...)
Een reactie posten