Vanavond ging ik weer eens met Maarten hardlopen op het Zuiderstrand. Regen, wind, het deert ons niet. Bij nader inzien woei het op het strand toch wel erg hard. Stormde het. Zuidwesterstorm, pal tegen dus. Voorover leunend tegen de wind, de zee en de lucht versmolten in het zwart van de nacht achter de witte strepen van de branding. Uit dat zwarte niets kwam de wind aanbrullen, ongehinderd vanaf Engeland, totdat hij stuitte op de eerste hindernis na honderden kilometers: ons.
De wind huilde en trok aan mijn regenjasje alsof het een parachute was. 9,8 Kilometer per uur, met moeite. Een geweldige krachttraining, alsof je aan een elastiek probeert te sprinten, ruim vier kilometer lang. Daarna op het gemak op de golven van de wind door de duinen terug. Dat wordt voor het eerst sinds lange tijd weer eens echt spierpijn, maar wel een heerlijk voldaan gevoel!
De wind huilde en trok aan mijn regenjasje alsof het een parachute was. 9,8 Kilometer per uur, met moeite. Een geweldige krachttraining, alsof je aan een elastiek probeert te sprinten, ruim vier kilometer lang. Daarna op het gemak op de golven van de wind door de duinen terug. Dat wordt voor het eerst sinds lange tijd weer eens echt spierpijn, maar wel een heerlijk voldaan gevoel!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten