Het is alweer een paar weken geleden, maar de dag was té leuk om er geen melding van te maken! Op zondag 22 april heb ik opnieuw de Teutoburgerwaldtocht gefietst. En net als vorig jaar was het een superdag!
Wel vroeg op: om zes uur op, een kwartiertje later de deur uit en op de fiets naar Haren, waar ik 20 minuutjes later arriveerde bij de ouders van Jan-Daem. De tocht werd dit jaar door een select clubje volbracht. Waar we een jaar eerder met een dozijn fietsers op pad gingen waren er dit jaar maar vier: Hester, Jan-Daem, zijn vader Cees en ondergetekende. Gauw nog een kopje koffie en vervolgende met de auto naar het oosten, bij Nieuweschans de grens over en dan in een streep naar het zuiden over de Autobahn naar Ibbebüren. Voor een luttele vijf euro mochten we beginnen aan de wederom uitstekend door de Oldenzaalse Wielervereniging georganiseerde tocht. 110 kilometer zou het worden. Pittig, want slechts 25 (!) trainingskilometers in de benen over heuvelachtig terrein.
Het weer was fantastisch: stralend blauwe hemel, zon, weinig wind en oplopende temperaturen: kortom uitstekende omstandigheden. Het landschap was nog mooier dan vorig jaar. Door de aanhoudende warmte van de afgelopen periode waren de bossen al helemaal in het blad en stond het koolzaad overal al in bloei. Het klimmen ging ook goed. Op de eerste klim naar Tecklenburg was er nog enige reserve, door wat hooikoortsklachten, maar eigenlijk kwam ik overal verrassend makkelijk boven. Ik kon duidelijk voelen dat de dijen door de elfstedentrainingen van de afgelopen tijd aan kracht hebben gewonnen. Ook de anderen fietsten soepel naar boven en eigenlijk zaten we allemaal verschrikkelijk te genieten.
Traditiegetrouw waren we als één van de laatsten vertrokken, maar desalniettemin hebben we ons de appeltaart na 50 kilometer goed laten smaken. Het viel wel op dat er niemand meer de richting van de 110 kilometer-lus opreed. Wel kwamen er al heel wat mensen terug op dit kruispunt en zwaaiden de 80 kilometerrijders af. We hadden de koffie nog maar nauwelijks op toen er iemand van de organisatie naar ons toekwam met de vraag of we als we de lange lus wilden rijden, alsjeblieft wilden opstappen, zodat ze de bepijling konden opruimen. We reden dus min of meer voor de bezemwagen uit, maar lieten ons daardoor niet alteveel opjagen. Toen we uiteindelijk weer terug waren in Ibbebüren, bleken we ook echt de laatste deelnemers te zijn die arriveerden. Alvorens we de thuisreis aanvaarden nog een lekkere Curriewurst opgesmikkeld en toen weer in de auto. Om een uur of zeven werd ik keurig thuis afgeleverd. Het perfecte begin van het wielerseizoen. Echt iets om volgende winter weer naar uit te kijken!
Wel vroeg op: om zes uur op, een kwartiertje later de deur uit en op de fiets naar Haren, waar ik 20 minuutjes later arriveerde bij de ouders van Jan-Daem. De tocht werd dit jaar door een select clubje volbracht. Waar we een jaar eerder met een dozijn fietsers op pad gingen waren er dit jaar maar vier: Hester, Jan-Daem, zijn vader Cees en ondergetekende. Gauw nog een kopje koffie en vervolgende met de auto naar het oosten, bij Nieuweschans de grens over en dan in een streep naar het zuiden over de Autobahn naar Ibbebüren. Voor een luttele vijf euro mochten we beginnen aan de wederom uitstekend door de Oldenzaalse Wielervereniging georganiseerde tocht. 110 kilometer zou het worden. Pittig, want slechts 25 (!) trainingskilometers in de benen over heuvelachtig terrein.
Het weer was fantastisch: stralend blauwe hemel, zon, weinig wind en oplopende temperaturen: kortom uitstekende omstandigheden. Het landschap was nog mooier dan vorig jaar. Door de aanhoudende warmte van de afgelopen periode waren de bossen al helemaal in het blad en stond het koolzaad overal al in bloei. Het klimmen ging ook goed. Op de eerste klim naar Tecklenburg was er nog enige reserve, door wat hooikoortsklachten, maar eigenlijk kwam ik overal verrassend makkelijk boven. Ik kon duidelijk voelen dat de dijen door de elfstedentrainingen van de afgelopen tijd aan kracht hebben gewonnen. Ook de anderen fietsten soepel naar boven en eigenlijk zaten we allemaal verschrikkelijk te genieten.
Traditiegetrouw waren we als één van de laatsten vertrokken, maar desalniettemin hebben we ons de appeltaart na 50 kilometer goed laten smaken. Het viel wel op dat er niemand meer de richting van de 110 kilometer-lus opreed. Wel kwamen er al heel wat mensen terug op dit kruispunt en zwaaiden de 80 kilometerrijders af. We hadden de koffie nog maar nauwelijks op toen er iemand van de organisatie naar ons toekwam met de vraag of we als we de lange lus wilden rijden, alsjeblieft wilden opstappen, zodat ze de bepijling konden opruimen. We reden dus min of meer voor de bezemwagen uit, maar lieten ons daardoor niet alteveel opjagen. Toen we uiteindelijk weer terug waren in Ibbebüren, bleken we ook echt de laatste deelnemers te zijn die arriveerden. Alvorens we de thuisreis aanvaarden nog een lekkere Curriewurst opgesmikkeld en toen weer in de auto. Om een uur of zeven werd ik keurig thuis afgeleverd. Het perfecte begin van het wielerseizoen. Echt iets om volgende winter weer naar uit te kijken!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten