Afgelopen zondag heb ik de tweede Gyas Trial geroeid. Thuis begreep ik al dat het een heel andere wedstrijd zou worden dan de eerste. Toen windkracht 2 mee, nu windkracht 5 schuin tegen. En dat betekende niet alleen meer weerstand, maar vooral ook een heel nare golfslag. Maar gelukkig hoefde ik er niet alleen aan te beginnen: Suzanne leek het leuk om mee te fietsen om me aan te moedigen.
Tijdens het oproeien bleek al dat het niet mee zou vallen. De heftige korte golfjes maakten het erg moeilijk om een ritme te vinden. En dat was al met wind mee. Terug zou het nog veel erger worden. Toch had ik er veel zin in. Ik was erg benieuwd in hoeverre ik in staat zou zijn om tegen de elementen in te beuken en hoeveel tijd me dat zou kosten ten opzichte van de eerste trial. Eigenlijk had ik ook nog nooit echt geprobeerd hard te roeien in zulke omstandigheden...
Na de start kwam Marcel, die kort na mij gestart was me al snel voorbij gesneld. Daar maakte ik mij niet druk om. Hij is sowieso sneller, bij de eerste trial bijna een minuut, en zo zouden we in ieder geval weinig last van elkaar hebben. Al gauw voelde ik dat het een uitputtingsslag zou worden. Geen ritme, regelmatig helemaal stilvallen, steeds sloegen de golven in de recover tegen mijn bladen. Het werd gewoon beuken en blijven proberen te zoeken naar techniek om ritme en doorgaande halen te krijgen. Aan het einde van het rechte stuk, na zo'n anderhalve kilometer ging het beter. Iets minder golfslag, meer ritme. Dat geeft de burger moed, evenals de aanmoedigingen van Suzanne vanaf de kant! Ook hoorde ik nog steeds af en toe Derk-Jan naar Marcel schreeuwen, wat moest betekenen dat hij niet verschrikkelijk hard wegliep.
Achter mij kwam wel een Twee-zonder snel dichterbij. Vanaf de rode boei maar iets eerder overgestoken dan gepland, zodat ze makkelijker zouden kunnen passeren. Dat bleek echter een inschattingsfout: zo snel kwamen ze niet dichterbij. Ik was het twee kilometerpunt al gepasseerd en zat in de laatste bocht te buffelen toen ze angstwekkend dicht achter me kwamen. Het werd duidelijk dat ze binnendoor wilden, maar ze zaten al zo dicht achter me dat ik eigenlijk niet meer uit de weg kon komen. Eén misslag en nog één en toen ging het mis. Ik moest razendsnel mijn stuurboordriem intrekken om de boeg niet te raken, maar raakte met mijn dol vast in hun bakboorddol. Ik maakte inmiddels vervaarlijk slagzij, maar hield het nog droog. Toen ik de dollen echter losmaakte verstoorde ik de precaire balans en sloeg ik om. Koud! Meteen kramp in mijn benen. Ik had maar één gedachte: snel naar de kant met de boot. Inmiddels kwamen Arjan en Albert ook al hard op me af. Aan de kant trokken Suzanne en een jongen van Gyas me op de kant (distels en brandnetels!), zodat ik enigszins beduusd, nat en koud op de kant stond. Zonder dat ik kans kreeg om tegen te stribbelen kreeg ik Suzanne haar fleece-vest aan en werd ik op haar fiets richting de Hunze gestuurd om te gaan douchen.
Zo eindigde het avontuur in deceptie, terwijl ik in een veel te klein vest op een te kleine damesfiets koddig naar de Hunze bibberde, zwaar gefrustreerd, boos op mijzelf en hevig balend dat ik nooit zal weten hoe hard of langzaam ik nu eigenlijk ging.
Suzanne heeft de boot terug naar de Hunze geroeid, wat een hele prestatie is, aangezien ze qua gewicht wel twee keer in de Waal zou passen en ik zal op zoek moeten naar revanche!
Na de start kwam Marcel, die kort na mij gestart was me al snel voorbij gesneld. Daar maakte ik mij niet druk om. Hij is sowieso sneller, bij de eerste trial bijna een minuut, en zo zouden we in ieder geval weinig last van elkaar hebben. Al gauw voelde ik dat het een uitputtingsslag zou worden. Geen ritme, regelmatig helemaal stilvallen, steeds sloegen de golven in de recover tegen mijn bladen. Het werd gewoon beuken en blijven proberen te zoeken naar techniek om ritme en doorgaande halen te krijgen. Aan het einde van het rechte stuk, na zo'n anderhalve kilometer ging het beter. Iets minder golfslag, meer ritme. Dat geeft de burger moed, evenals de aanmoedigingen van Suzanne vanaf de kant! Ook hoorde ik nog steeds af en toe Derk-Jan naar Marcel schreeuwen, wat moest betekenen dat hij niet verschrikkelijk hard wegliep.
Achter mij kwam wel een Twee-zonder snel dichterbij. Vanaf de rode boei maar iets eerder overgestoken dan gepland, zodat ze makkelijker zouden kunnen passeren. Dat bleek echter een inschattingsfout: zo snel kwamen ze niet dichterbij. Ik was het twee kilometerpunt al gepasseerd en zat in de laatste bocht te buffelen toen ze angstwekkend dicht achter me kwamen. Het werd duidelijk dat ze binnendoor wilden, maar ze zaten al zo dicht achter me dat ik eigenlijk niet meer uit de weg kon komen. Eén misslag en nog één en toen ging het mis. Ik moest razendsnel mijn stuurboordriem intrekken om de boeg niet te raken, maar raakte met mijn dol vast in hun bakboorddol. Ik maakte inmiddels vervaarlijk slagzij, maar hield het nog droog. Toen ik de dollen echter losmaakte verstoorde ik de precaire balans en sloeg ik om. Koud! Meteen kramp in mijn benen. Ik had maar één gedachte: snel naar de kant met de boot. Inmiddels kwamen Arjan en Albert ook al hard op me af. Aan de kant trokken Suzanne en een jongen van Gyas me op de kant (distels en brandnetels!), zodat ik enigszins beduusd, nat en koud op de kant stond. Zonder dat ik kans kreeg om tegen te stribbelen kreeg ik Suzanne haar fleece-vest aan en werd ik op haar fiets richting de Hunze gestuurd om te gaan douchen.
Zo eindigde het avontuur in deceptie, terwijl ik in een veel te klein vest op een te kleine damesfiets koddig naar de Hunze bibberde, zwaar gefrustreerd, boos op mijzelf en hevig balend dat ik nooit zal weten hoe hard of langzaam ik nu eigenlijk ging.
Suzanne heeft de boot terug naar de Hunze geroeid, wat een hele prestatie is, aangezien ze qua gewicht wel twee keer in de Waal zou passen en ik zal op zoek moeten naar revanche!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten