zaterdag 1 januari 2011

Radio

Enige jaren na de rest van de wereld ontdekte ik een web 2.0 fenomeen: podcasts. Ik breng heel wat uren door in mijn auto. Daar luister ik naar muziek op mijn iPod. Prettig, want altijd fijne muziek bij de hand. Dit heeft echter ook een nadeel: je hoort nooit meer iets nieuws. Enkel muziek die je al kent.
Als je je daar bij neerlegt ben je rijp voor Arrow Classic Rock en Arbeidsvitaminen, maar één van de genoegens van de kunsten is juist dat je nu en dan iets nieuws ontdekt, in plaats van het herkauwen van je voorbije jeugd.

Radio had daar altijd een belangrijke rol in. Heel vroeger luisterde ik naar Radio 3 en hoorde daar bijvoorbeeld op een zaterdagmiddag Rob Stenders een liedje draaien van een obscuur Brits bandje. Niemand kende het, maar Stenders bleef het week na week draaien. Ik was verkocht. Creep van Radiohead was fantastisch!

Later bewoog mijn smaak zich weg van de 3FM mainstream, maar gelukkig was er op de kabel KinkFM. Ook daar was genoeg te ontdekken.

Nu zit ik in de auto en is radio in de ether een barre woestijn. Alleen muziek voor oude lullen, of commerciële middelmaat. Waar moet ik nu nieuwe pareltjes voor het eerst horen?
Hier komen Podcasts in beeld. Op het internet kan iedereen radio maken. En dat kun je downloaden en beluisteren als je daar zin in hebt. In de auto bijvoorbeeld. Enige jaren geleden begon de eerder al genoemde Rob Stenders een eigen internetradiostation KxRadio uit onvrede met de reguliere radio, waar managers bepalen wat de DJ moet draaien. Op KxRadio bepaalt de DJ zelf wat hij draait. En dat levert een bonte collage op van muziek die de makers zelf ook écht goed vinden. Radio van liefhebbers voor liefhebbers dus. Sympathiek idee.
Mijn favoriet van het moment is Nico Dijkshoorn, vooral bekend als nasale huisdichter van De Wereld Draait Door. In zijn vrije tijd is deze bibliothecaris een fanatieke bewoner van de plaatselijke Plato en droomt hij in een bandje. Samen met DJ Ratz maakt hij een uurtje radio per week. Iedere week een tas platen, aan elkaar gepraat door twee jongens die op een zolder radiootje spelen. Meer is het niet, maar meer is ook niet nodig. Ik begrijp dat. Compleet met cheesy Beavis & Butthead-achtig gegniffel en uitroepen na iedere plaat dat dit ‘echt te gek’ is.

Deze jongens houden van de muziek die ze draaien en dat is aanstekelijk. Het is echt een omgevallen platenkast. Alles kan voorbij komen. Van obscure eighties Italo-disco tot De Jeugd van Tegenwoordig en van country tot foute glijerige R&B negers, van ACDC klonen tot lieve liedjes. Ik deel het enthousiasme niet altijd, maar dat hoeft ook niet. Het is immers een persoonlijke selectie. En soms ontdek je iets nieuws dat écht te gek is. Ik draai inmiddels al een paar maanden steeds opnieuw The Black Keys en val er ook mijn vrienden mee lastig. Gruizige rock die inderdaad steengoed is en bij voorkeur hard dient te worden opgediend.

Geen opmerkingen: