Afgelopen zaterdag was het dus zover: Luik-Bastenaken-Luik. En ook al is de 170 kilometer de "mietjesafstand" (het is overigens ook mogelijk 135 te fietsen, maar dat is zover beneden de waardigheid van de echte bikkels dat daar geen aanduiding voor is) ik vond het ver genoeg! 235 kilometer fietsen, zoals Vincent deed, zou ik wel kunnen, maar ik vraag me af of het ook echt leuker is.
Zaterdagochtend ging om vijf uur de wekker en een kwartier later zaten we aan het ontbijt in de eetzaal van het hotel. En zowaar: er was pasta! Na een croissantje en voor de yoghurt heb ik dus maar even opgeschept, tot verbijstering van mijn tafelgenoten. Daarna fietskleren aan, fietsen op de auto's en op naar Luik. We parkeerden zo'n 2,5 kilometer van de start en troffen daar ook José, zodat we compleet waren: Jan-Daem, Heiko, Cees, Pax en José. Op naar de start!
Vanaf de start ging het meteen opvallend soepel. Uitzonderlijk, want de eerste vijftig kilometer zijn bij mij vaak stroef en moeizaam, zeker 's ochtends. Eerst peddelden we de stad uit om te beginnen met de eerste klim van de dag, een lange loper de stad uit. Heerlijk vanaf de kop weggefietst met Heiko. Het weer was ook prima: bewolkt, ochtendmist, maar met de belofte van opklaringen en zon. Op de top gewacht op de rest van de groep en zo ging het eerste deel eigenlijk heel lekker, ik met Heiko eerst omhoog, een stukje daarachter de krasse knarren Cees en Pax en José en Jan-Daem.
Heerlijk genieten van de bosrijke heuvels, pittoreske armoedige Ardennendorpjes en lekker genieten van de onvermoed soepele tred bergop. Op het hoogste punt van de dag bij Baraque de Fraiture bleek alleen dat we Cees, Pax en Heiko kwijt waren...José en Jan-Daem arriveerden ruim tien minuten na mij, maar de heren waren onvindbaar. Uiteindelijk bleken Cees, Pax en Heiko doorgeschoten te zijn op de verkeerde route, de 135 kilometerroute. In een afdaling hadden ze rechtsaf gemoeten, maar ze hadden de afdaling rechtdoor gevolgd en waren er pas tientallen kilometers later achtergekomen. Heiko was teruggefietst op zoek naar ons en aldus in zijn eentje kwijtgeraakt. Kortom het was een bende. Wat nu? Besloten werd dat Cees en Pax de 135 zouden vervolgen en wij de 170 en we maar moesten hopen Heiko ergens terug te vinden. Jammer, maar niks meer aan te doen.
Het vervolg ging verder nog steeds voorspoedig, de zon werd steeds krachtiger en naarmate de kilometers vorderden ging José ook steeds makkelijker rijden. De eerste echt steile klim, de Cote de Wanne ging goed, de Haute Levée zelfs (20%), alleen werd de macht na 100 kilometer wel minder. Het gebrek aan kilometers begon zich toch wel wat te wreken.
De gevreesde Redoute lag voor mij te ver. Na 144 kilometer was de fut er wel uit. Op hangen en wurgen heb ik het steilste stuk (21%) nog net gered, maar daarna moest er toch echt een voetje aan de grond. Uithijgen, ongelooflijk, wat steil. J-D kwam vrij soepel en danseuse voorbij en trok goed door naar boven. Maar die had pas nog geoefend op de Stelvio in Italië. José kwam -overigens lang niet als enige- lopend naar boven. Ik ben nog weer opgestapt om verder omhoog te rijden, maar het laatste steile stuk, vijftig meter onder de top ging echt niet meer. Ik zat tegen de kramp aan, geen redden meer aan.Boven flink uithijgen en wat herstellen. En dan door voor de laatste 30 kilometer. Nog één klim, de Sprimont, maar die is niet zo steil, dus dat ging op het gemak omhoog en dan omlaag en langs een riviertje terug naar Luik. Lekker vlak doortrappen, dat ging nog prima!
Al met al een prachtige tocht, zwaar, maar mooi. Als het qua vakantie uitkomt ga ik volgend jaar zeker weer, maar dan moet er wat meer getraind worden, zodat ik ook de Redoute in één keer opfiets. En wie weet ben ik nog een keer zo zot om de 235 ook nog eens te fietsen...
Vanaf de start ging het meteen opvallend soepel. Uitzonderlijk, want de eerste vijftig kilometer zijn bij mij vaak stroef en moeizaam, zeker 's ochtends. Eerst peddelden we de stad uit om te beginnen met de eerste klim van de dag, een lange loper de stad uit. Heerlijk vanaf de kop weggefietst met Heiko. Het weer was ook prima: bewolkt, ochtendmist, maar met de belofte van opklaringen en zon. Op de top gewacht op de rest van de groep en zo ging het eerste deel eigenlijk heel lekker, ik met Heiko eerst omhoog, een stukje daarachter de krasse knarren Cees en Pax en José en Jan-Daem.
Heerlijk genieten van de bosrijke heuvels, pittoreske armoedige Ardennendorpjes en lekker genieten van de onvermoed soepele tred bergop. Op het hoogste punt van de dag bij Baraque de Fraiture bleek alleen dat we Cees, Pax en Heiko kwijt waren...José en Jan-Daem arriveerden ruim tien minuten na mij, maar de heren waren onvindbaar. Uiteindelijk bleken Cees, Pax en Heiko doorgeschoten te zijn op de verkeerde route, de 135 kilometerroute. In een afdaling hadden ze rechtsaf gemoeten, maar ze hadden de afdaling rechtdoor gevolgd en waren er pas tientallen kilometers later achtergekomen. Heiko was teruggefietst op zoek naar ons en aldus in zijn eentje kwijtgeraakt. Kortom het was een bende. Wat nu? Besloten werd dat Cees en Pax de 135 zouden vervolgen en wij de 170 en we maar moesten hopen Heiko ergens terug te vinden. Jammer, maar niks meer aan te doen.
Het vervolg ging verder nog steeds voorspoedig, de zon werd steeds krachtiger en naarmate de kilometers vorderden ging José ook steeds makkelijker rijden. De eerste echt steile klim, de Cote de Wanne ging goed, de Haute Levée zelfs (20%), alleen werd de macht na 100 kilometer wel minder. Het gebrek aan kilometers begon zich toch wel wat te wreken.
De gevreesde Redoute lag voor mij te ver. Na 144 kilometer was de fut er wel uit. Op hangen en wurgen heb ik het steilste stuk (21%) nog net gered, maar daarna moest er toch echt een voetje aan de grond. Uithijgen, ongelooflijk, wat steil. J-D kwam vrij soepel en danseuse voorbij en trok goed door naar boven. Maar die had pas nog geoefend op de Stelvio in Italië. José kwam -overigens lang niet als enige- lopend naar boven. Ik ben nog weer opgestapt om verder omhoog te rijden, maar het laatste steile stuk, vijftig meter onder de top ging echt niet meer. Ik zat tegen de kramp aan, geen redden meer aan.Boven flink uithijgen en wat herstellen. En dan door voor de laatste 30 kilometer. Nog één klim, de Sprimont, maar die is niet zo steil, dus dat ging op het gemak omhoog en dan omlaag en langs een riviertje terug naar Luik. Lekker vlak doortrappen, dat ging nog prima!
Al met al een prachtige tocht, zwaar, maar mooi. Als het qua vakantie uitkomt ga ik volgend jaar zeker weer, maar dan moet er wat meer getraind worden, zodat ik ook de Redoute in één keer opfiets. En wie weet ben ik nog een keer zo zot om de 235 ook nog eens te fietsen...
1 opmerking:
Prima verslag Vincent!
Je hebt een goede no-nonsense stijl (steil) van schrijven if I may say so. Bedankt, Cees
Een reactie posten