zaterdag 8 december 2012

Nineties classics associaties

Vrijdag luisterde ik in de auto naar de podcast van Dijkxhoorn, het radioprogramma van Nico Dijkshoorn op KX-Radio. Daar werd Go! van Moby gedraaid. En toen ging er een schuifje open in mijn geheugen: Felix met Don't you want me. Dat was ook zo'n house-klassieker uit die tijd. En in mijn brein zag ik flarden van een psychedelische clip voor me.
Vanavond keek ik die clip op Youtube en herinnerde mij hoe ik die video op MTV zag en op dat nummer danste in Jennifeu in Drachten. Net als op Go! trouwens. Daarna keek ik de video daarvan en zag dat die video's heel verwant zijn. Dezelfde synthetisch opgewekte halucinante psychedelische beelden. Grappig, want dat wist ik niet meer.




zaterdag 27 oktober 2012

Proeven van de baan

Tijdens de Olympische Spelen ontstond het idee. Op kantoor spraken @mrdekker en @zoomertje over het Olympisch baantoernooi. Hoe cool was dat. Zou het niet tof zijn om zelf eens over zo’n baan te suizen? Na enig Googlen bleek dat De Adelaar in Apeldoorn opstapavonden organiseert op de Omnisport Wielerbaan. De kosten vielen reuze mee: drie tientjes, dus daar hoeden we het niet voor te laten. 26 oktober was de dag waarvoor we ons inschreven. Na een snel diner bij de afgesproken verzamelplek, de McDonalds bij afslag Heerde Zuid, (Big Mac-menu, Big-Tasty en Chicken Sensation, uiteraard allen groot met fritessaus) reden we in colonne het laatste stukje naar Apeldoorn. 

Bescheiden als we zijn parkeerden we onze auto’s op het verlaten parkeerterrein aan de achterkant van het omnisport complex. Eenmaal binnen waren we al lichtjes geïmponeerd door de prachtige faciliteiten en dito wielerbaan.
Na betaling kregen we een rugnummer, een bon voor de huur van een baanfiets en aanwijzingen om de kleedkamer en de ingang van het middenterrein te vinden. Tien minuutjes later echoden onze schoenplaatjes door de tunnel onder de baan door. De uitreiking en afstelling van de huurfiets en de montage van mijn eigen pedalen ging vlotjes. Daarna was het wachten op de rest van de deelnemers. 

De opstapavond was volgeboekt, wat wil zeggen dat er 35 inschrijvingen waren. Merendeels net als wij mensen voor wie het de eerste keer op een wielerbaan was. Eerst kregen we van de trainers een korte uitleg over de baan (250 meter, 7 meter breed, 12% op de rechte einden, 43% in de bochten) en de betekenis van de zwarte, blauwe en rode lijnen. Daarna over de fiets en de verschillen met een gewone fiets (geen remmen en een doortrapper) en wat dat betekent voor hoe je er op moet fietsen. En ten slotte de regels voor het rijden op een baan.

Toen was het tijd om de baan op te gaan. Eerst een paar rondjes over het grijze (vlakke) uitrijvlak om te wennen aan de fiets en te oefenen met het remmen. Daarna mochten we een stukje de baan op om verder te oefenen met versnellen en afremmen op de baan door te slalommen om pionnen. Vervolgens werd de groep in tweëen gesplitst. De ene helft ging de baan op, verdeeld over de twee trainers, terwijl de rest op het middenterrein vol verwachting toekeek. Ik hoorde bij de tweede helft en kon dus zien wat ons zo te wachten stond: Relatief rustig in een treintje achter de trainer onderin de baan rondrijden om gevoel te krijgen voor het rijden te krijgen. En daarna steeds wat hoger ook door de bochten. Zoomertje, die in de eerste groep zat had er zichtbaar lol in. Na initiële opperste concentratie ontstond een grijns van oor tot oor.
Eindelijk was het ook mijn beurt. Het kwam zo uit dat ik direct in het wiel van de trainer begon. Dat leek mij ook eigenlijk wel het beste wiel. Dat wiel was mijn focuspunt en zou ik volgen. Heerlijk! Het zoemen van de bandjes over de baan, het ruisen van de ketting. En de sensatie van het rijden over de baan. Ik bleef goed volgen en na een paar rondjes onderin gingen we steeds iets hoger door de bochten, tot net over de helft. Toen zat het er alweer op. Wauw, een kinderlijke vreugde vervulde mij. Het gevoel iets nieuws te leren. Geweldig!

De andere groep ging de baan weer op. En daarna mochten wij weer. Opnieuw zat ik in het wiel van de trainer. Nu ging het tempo meteen wat omhoog. In stevig tempo over de zwarte lijn en daarna steeds hoger door de baan, totdat we een paar rondjes op een meter onder de boarding reden. In de bocht naar beneden kijkend is dat écht hoog! En de ultieme kick, van boven uit de bocht naar beneden duiken. Wauw! Je valt echt naar beneden. Een enorme versnelling. Dit geeft echt een kick! Dit deden we twee keer. En weer zat het blokje erop.

Dan het laatste onderdeel. Vanaf de kop van je groepje versnellen en naar de staart van de andere groep rijden. Dat is best pittig, want je moet ongeveer 100 meter overbruggen, naar een groep die ongeveer 30-35 kilometer per uur rijdt. Drie keer kwam ik aan de beurt en telkens dichtte ik het gat in drie ronden. Een heel lekker gevoel om zo hard je kan over de zwarte lijn te jagen! Helaas was het daarna negen uur en zat het er alweer op! Met een blij gevoel leverden we de fietsen weer in. Als het niet zo ver was vanuit Groningen zou ik dit vaker doen. Voor wie wat dichterbij woont is het echt een aanrader. Een superleuke avond verzekerd.

maandag 24 september 2012

Lome covers

Vorige week zag ik op Twitter dat Blaudzun een linkje retweette naar de clip van een vertolking van het nummer Firestarter van The Prodigy door Torre Florim van De Staat. Waar de versie van The Prodigy bol staat van de energie, om maar niet te spreken van agressie is de versie van Torre Florim onderkoeld en ingehouden. En daardoor dreigend. Cool ook, erg cool, zowel het nummer als de video. En een mooie aanleiding voor een blogje met een paar toffe nummers en Youtube clipjes!

En voor het contrast: check het origineel:
Een paar weken geleden draaide Nico Dijkshoorn in zijn radioshow een andere lome cover. Toen ik dat nummer hoorde, herkende ik het meteen, maar toch is het heel anders. No Diggity van Blackstreet is een nineties-classic. Maar Chet Faker geeft er een heerlijk slome draai aan. Is dit een trend? Dance en hip-hop nummers die loom worden gecovered? Geen echte clip, maar toch even luisteren.
Ook van Blackstreet kon ik geen clip vinden.
Enkele jaren eerder deed Get Well Soon ook al eens iets soortgelijks door een akoestische versie van Born Slippy van Underworld op te nemen. Ook de moeite waard zonder echte clip! Underworld had wel een echte spacey video.

dinsdag 10 juli 2012

Col du Grand Colombier: Tweede poging

Donderdagochtend 28 juni vroeger op en lessen leren. Les één fatsoenlijk ontbijten, ruim voor vertrek. Les twee, geen zwarte stijlvolle truitjes en ondershirts. Het wordt vandaag 32 graden, dus koud zal ik het niet krijgen. Ook geen koffie meer aan de voet.

Na negen soepele kilometers draai ik weer linksop. Ik voel meteen dat het beter gaat. Ondanks het gebrek aan regelmaat vind ik iets dat gisteren ontbrak: ritme. De benen zijn ook duidelijk beter. Ze zijn niet machteloos als gisteren. Het is anderhalf uur vroeger en dat scheelt aanzienlijk in de warmte. Kortom het begint erop te lijken. Op het punt waar ik een dag eerder omkeerde stop ik toch even om wat uit te blazen. Ik zit er nog niet doorheen en dat punt wil ik ook graag nog even uitstellen, want het is nog ver en zwaar. Een derde van de klim, de steile aanloop zit er bijna op. Nog een kilometer 8,3% en dan vlakt het af in de schaduw van het bos tot op negen kilometer de we uit Anglefort erbij komt. 

Dan volgen weer drie loodzware kilometers aan 8,7%, 10% en 8,7%. De benen lopen meteen in de tiende kilometer vol. Over de helft, dus aan de top zal ik komen. Al moet ik lopen! In deze steile stroken wordt dit een serieuze overweging. Na elf kilometer doe ik dat zelfs gedurende vijftig meter. Nee dat helpt niet. Terwijl ik moed verzamel stopt er een wit autootje met twee mannen die parkeerplekken zoeken voor de Tour. ‘C’est dure non?’ ‘Oui, très dure!’ en ik klik weer in. Door!

Dan vlakt het wat af, ik kijk terug en zie waarom ik zo heb afgezien. Een bord waarschuwt automobilisten voor stukken tot 14% gedurende drie kilometer. Maar nu wordt het beter. Het begint te lopen. Zes procent, zeven procent is geen probleem, dat trap ik goed weg. Tussendoor zelfs een stukje omlaag en vlak. De top komt binnen bereik.

Na vijftien kilometer houdt het bos op en begint de Alpenweide. De percentages zijn hier goed te doen. Achter mij hoor ik geraas, een touringcar met bejaarden komt me voorbij en verscheurt de serene rust op de berg.
Er is weinig verkeer op de berg. Een handvol auto’s en deze bus. Andere fietsers heb ik vandaag nog niet gezien. In een relatief soepele tred werk ik de laatste kilometers af. Het witte autootje komt me tegemoet gedaald. Ik krijg een duim: toen ze mij zagen lopen hadden ze vast niet gedacht dat ik hier al zou zijn. Of dat ik het überhaupt zou halen.

De laatste kilometer is nog gemeen: 10%, maar met zicht op het einde zet ik nog eens aan. Ik hoor koeienbellen en sprint langs de bus op de parkeerplaats naar de streep op de top. 1501 meter zegt het bord. De Garmin zegt 1499, maar 1501 is wel fraaier.

Het uitzicht op de top is wel een fraaie beloning voor het afzien. De col is geen pas tussen twee bergen, maar tussen de twee toppen van de Grand Colombier, die maar 25 meter hoger zijn dan de pas. Hierdoor heb je een fantastisch panoramisch zicht over de omgeving. Met in het Oosten de Rhône, het Lac du Bourget, Annecy met het bijbehorende meer en tussen de wolken de top van de Mont Blanc. In het westen zie je het glooiende middengebergte van de Jura.


Dan volgt de afdaling, die snel en technisch is. Ik, matige daler, geen lefgozer haalde makkelijk 70km per uur. Gemaakt dus voor mannen als Cadel Evans of Vincenzo Nibali die iets goed willen maken. Een deel van de afdaling is van nieuw asfalt voorzien voor de Tour. Bij regen dus spekglad. De hele afdaling is bezaaid met grint en steenslag. Oppassen dus.
In Lochieu slaat de Tour rechtsaf naar de afsluitende beklimming van de Col de Richemond van de derde categorie. Zeven kilometer van gemiddeld vier procent.

De Col du Grand Colombier is een loodzware beklimming. Ik heb meer afgezien dan op de Galibier. De vergelijking door InnerRing gaat dus wel op. Ook de Mont Ventoux vond ik minder zwaar. Een serieuze berg dus, waar verschillen kunnen worden gemaakt. Door zijn steilte, onregelmatigheid en moeilijke afdaling is hij geschikt voor aanvallen. Vooral de krachtklimmers met een voorkeur voor gelijkmatig klimmen zijn hier in het nadeel ten opzichte van de pure klimmers. Anders dan in de Dauphiné ligt de finish dichter na de klim, wat in het voordeel is van aanvallers. Ik heb dus hoop op een spectaculair koersverloop, waar kansen liggen voor mannen die gebruik makend van de selectieve klim de aanval kiezen, een voorsprong kunnen uitbouwen in de afdaling en vast kunnen houden in de niet al te zware Col de Richemond. 



Update 11-07-2012: Uitgebreide preview op de etappe van vandaag door InnerRing. (Zwaarste berg van Frankrijk). Ook de moeite: cyclingthealps.com

Col du Grand Colombier: eerste poging


Morgen staat in de Tour de France de Col du Grand Colombier op het menu. De eerste berg in de buitencategorie van deze Ronde. Het is de eerste keer dat hij is opgenomen in het tourparcours en ik merkte hem op, doordat hij dit jaar ook was opgenomen in de Dauphiné.

Wielerblog InnerRing vergeleek de berg toen met de mythische Galibier: vanuit Valoire is hij precies even lang (18km), met hetzelfde gemiddelde stijgingspercentage (6,9%).

Uiteraard zijn er verschillen: aan de Galibier gaat de Télégraphe vooraf, zodat het vertrekpunt 1200m hoger ligt, maar mijn belangstelling was gewekt. De berg bleek op redelijk berijdbare afstand van Nederland te liggen in een aantrekkelijke streek en toen ik ook nog een aardige camping vond aan de voet was het een goede kandidaat voor de eerste standplaats van de vakantie.
Nu bleek tijdens de vakantie dat een vakantie met twee kleine kinderen een ander verhaal is dan met één klein kind, zodat fietsen er niet van kwam. Zonder op de berg te hebben gestaan reden we door naar de Middellandse Zee.

Maar we kwamen terug en op één van de laatste dagen van de vakantie zou het er dan toch van komen.
We stonden in Artemare, van waaruit je een 15,6km lange klim naar de top kunt ondernemen. Er zijn twee redenen dat ik voor de andere route vanuit Culoz heb gekozen. Ten eerste is de klim vanuit Artemare 2,5km korter en dus ook steiler: met stroken tot 19 procent. Ten tweede klimt het peloton ook vanuit Culoz. Voor een polderklimmer van 80+ kilogram die echt steile klimpercentages met dubbele cijfers moeilijk verteerd is de keuze dan snel gemaakt.

Woensdagochtend 27 juni opstaan, Het is Koers!-trui aan, snel wat te eten naar binnen proppen en om half negen zat ik op de fiets. In Culoz nog koffie tanken en een zoet broodje en dan linksopdraaien de klim op. Het dorp uit ging nog best, maar daarna ging de hartslag, de temperatuur en het stijgingspercentage snel omhoog. Oei, slechte benen. Slechte maag ook. Na drie zwoegende kilometers moest ik al van de fiets om het ontbijt binnen te houden. Niet goed.

Door dan maar. Onregelmatig en steil. Net wat ik niet goed verdraag. En warm ook. Het Het is Koers!-truitje is stijlvol in zwart, maar dat is geen aanrader in de brandende zon op een bergflank.
Al na anderhalve kilometer moet ik weer oververhit van de fiets in een kurketrekker-achtige serie haarspeldbochten met een adembenemend uitzicht over de Rhône en het Lac du Bourget. Veel aandacht heb ik daar echter niet voor terwijl ik mij concentreer op het pacificeren van mijn maag. Zo’n slechte dag heb ik nog nooit gehad in de bergen!

Het ondershirtje gaat uit. Dat scheelt in ieder geval iets in de warmte. Toch maar weer verder. De Koga heeft niet 2500km op de fietsdrager meegelift om nu op te geven, dus voorwaarts! Het blijft onverminderd steil en onregelmatig. Er volgens kilometers van gemiddeld 9,4%  en 10,1%. Niet te doen. Op een derde van de klim besef ik dat ik de top vandaag niet ga halen. Drie keer van de fiets moeten in zes kilometer. Kansloos.

Met de staart tussen de benen druip ik af. Uitgewoond peddel ik terug naar de camping. Misschien is een buitencategorie klim als eerste klim in twee jaar wel iets te veel van het goede?
De hoon op de camping valt mee, maar het knaagt wel. Verloren van een hoop steen…

dinsdag 5 juni 2012

Papierloos werken went


Vanmiddag gebeurde er iets grappigs. Ik zat in overleg met een collega over een al wat langer lopende zaak. Tijdens het gesprek wilden we even de resultaten van een bijeenkomst uit 2011 erbij pakken. Hij kon ze niet vinden. Ik ook niet. Niet op een netwerkschijf, niet in een mailbox.
Waar waren die aantekeningen in vredesnaam gebleven? Totdat ik mij bedacht dat ik toen nog aantekeningen op papier maakte…

Ik heb mijn iPad en half jaar geleden gekocht en ben er nu al zo aan gewend dat ik digitale notities maak dat het bijna tien minuten niet in mij was opgekomen dat ik ooit pen en papier gebruikte.
Eerder vond al eens iets vergelijkbaars plaats. Een maand nadat we een andere werkplek kregen moest ik iets printen. Toen kwam ik erachter dat er nog helemaal geen printer geïnstalleerd was.

Conclusie: Papierloos werken went heel snel en voor je het in de gaten hebt weet je niet beter meer.

woensdag 18 april 2012

Wielerblog top 3


We zitten midden in de mooiste koersweken van het jaar, de voorjaarsklassiekers zijn in volle gang. Over een over een paar weken begint ook de mooiste Grote Ronde, de Giro d’Italia. En als man heb ik dan natuurlijk een top-lijstje. Mijn top drie bestaat uit drie verschillende smaken: een serieuze blog, een blog voor romantici en een blog met relativering.

Mijn favoriete koersblog is HetisKoers!. Begonnen als blogje, waar bronstige jongemannen en een enkele dame hun Tourkoorts konden ventileren is het in een paar jaar uitgegroeid tot hét blog voor de romantische koersliefhebber. Hier gaat het eigenlijk niet om de wedstrijden zelf. Het verhaal staat centraal. De wedstrijdkalender is hier enkel een excuus om te mijmeren over de heroïek en tragiek van de koers.
Vaste categoriën als ‘Vergeten Wielrenners’ en ‘In het Geheugen Gegrift’ zeggen genoeg. De insteek is vaak literair. Je kunt HetisKoers! zien als het hippere (en jongere) online broertje van literair wielertijdschrift De Muur.
Een leuke ontwikkeling is dat er steeds meer een community ontstaat met evenementen als de HetisKoers!-koers, De Ronde op groot scherm in Ekko. Ik rijd dit jaar zelf dan ook in het HIK-shirt.

Mijn nummer twee heeft een heel andere insteek. The Inner Ring (INRNG) is een serieuze achtergrondenblog. De anonieme auteur (Het lijkt mij een Noord-Amerikaan) zit duidelijk midden in het profcircuit. Zo is er regelmatig twittercontact met teammanagers als Jonathan Vaughters van Garmin-Baracuda. Ook laat hij regelmatig merken inside informatie over diverse World-tour ploegen te hebben.
Verwacht hier buiten de terugblikken en voorbeschouwingen ook diepgravende artikelen over de World-tour, lijntjes achter de schermen van de UCI en het WADA, over dopingstrijd in het algemeen (het is immers een angelsaksische auteur). En uitleg over de Europese landen waar de koers zich afspeelt voor de niet-Europese lezers.
Een blog met inhoud voor de wielerliefhebber met diepgang.

De top drie wordt afgesloten met een Vlaams blog dat gek is van de koers, maar de koers ook weet te relativeren: Wielerg@k. Tongue-in-cheek, zonder onzinnig te worden. De anonieme auteur is een liefhebber  die altijd met humor schrijft en zijn artikelen lardeert met geestige afbeeldingen en onderschriften. Een verademing tussen al die lieden die sport zo zwaar op de hand benaderen dat ze vergeten dat het in essentie (slechts) vermaak is.

donderdag 8 maart 2012

Ecofundamentalist?


Onlangs had ik een klein akkefietje met een collega. Ik ben opgevoed met zin voor zuinigheid. Zo doe ik zonder nadenken het licht uit als ik de kamer uitloop.
Ik hou niet van verspilling, niet alleen om het geld, ook uit een streven naar duurzaamheid. Daarom heb ik een regenton, doe ik boodschappen op de fiets of lopend, draai ik de vaatwasser alleen als hij goed vol zit en trek ik een trui aan in de winter.

Ja, bij ons thuis staat de CV (als we er zijn) op 18 graden. Dat blijken veel mensen al vrij Spartaans te vinden.
Maar dat is thuis. Deze normen heb ik ook als ik op het werk ben. Dus doe ik het licht uit als ik naar huis ga, of als ik het toilet verlaat. En als ik een beeldscherm op stand-by zie staan en weet dat daar niemand meer aan het werk gaat zet ik het uit. Dit gaat semiautomatisch. Jammer om die stroom te verspillen.

En ik trek adapters uit het stopcontact als er geen apparaat aan hangt. En daar ging het akkefietje om. ‘Hou nou eens op met je ecofundamentalisme!’ Beet hij me toe.
Dat zette mij aan het denken. Hij heeft gelijk dat ik hem mijn normen opdring. Toch doe ik dit niet om hem te pesten. Het is een dwingend normbesef, dat nog sterker geldt op mijn werk, omdat het daar niet alleen gaat om verspilling van een hulpbron, maar ook nog op kosten van de belastingbetaler. Kleine kosten weliswaar, maar dit is een principekwestie natuurlijk.

Tja, een gewetenskwestie dus. Iets Don Quichot-achtigs wellicht, maar is het ook echt ecofundamentalisme? Mag ik mijn collega’s hiermee lastig vallen, of moet ik mij leren beheersen?