Ik heb al jaren een zwak voor stoempende aanvallers. Eenlingen die soleren tegen het peloton. Voorbeelden: Ludo Dierckxens, altijd alleen vooruit op de kasseien, zij het zelden met resultaat. Jens Voigt en Juan Antonio Flecha en recentelijk Johnny Hoogerland: mannen die altijd offensief rijden en daarmee de koers maken, al winnen ze weinig. Erik Dekker behaalde meer rendement op deze wijze, bijvoorbeeld zijn onmogelijke zege in Parijs-Tours.
Fabian Cancellara was ook altijd zo’n man. Dat begon al in de tijd dat hij in het fraaie tenue van Fassa Bartolo koerste, maar bij CSC-Saxo ging het rendement fors omhoog met bijvoorbeeld fantastische zeges in Parijs-Roubaix (2006) en Milaan San Remo (2008) tot gevolg. En in 2010 is het helemaal smullen met twee solo aankomsten achter elkaar in De Ronde en Parijs-Roubaix.
Maar Spartacus heeft één wezenlijke tekortkoming. Hij zit zo mooi op zijn fiets. Alsof het allemaal geen moeite kost en hij gewoon lekker aan het peddelen is.
Je kunt dat zien als een teken van superioriteit, maar het doet wel af aan de heroïek. Het is alsof hij er niet voor hoeft te lijden. Stoempen kun je het tegenwoordig bij Cancellara niet meer noemen. Jammer. Daarmee zakt hij wel een beetje op mijn lijstje van favoriete renners. Maar ik zou het wel mooi vinden als hij dit jaar ook Luik-Bastenaken-Luik nog even meepakt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten